Geschreven door: Chris Keulemans

Wondr

Een regenachtige donderdagmiddag. Ik bezoek het nieuwe selfiemuseum aan de Meeuwenlaan. (Zelf noemen ze het liever: Instagram Experience.) Het kaartje koop ik niet aan de kassa, maar op mijn i-phone. Het kost €24,50. Het logo lijkt op dat van Eye, maar dan met wimpers. Daar houdt de vergelijking ook meteen op. In het filmmuseum kijk ik naar sterren die zich op het scherm door een decor bewegen. In het selfiemuseum ben ik zelf de ster. De foto’s die ik maak tegen het decor dat ik zelf kies krijg ik even later binnen op het scherm van mijn mobiel. Het kaartje betaal ik dus niet voor mezelf maar voor mijn vrienden en volgers. Zodat zij gratis naar mij mogen kijken.

Er zijn 24 bezoekers: 23 van hen zijn meisjes of jonge vrouwen. Ik ben duidelijk niet de doelgroep. Ik ben gewoon de buurman. Maar nieuwsgierig ben ik wel. Wat is er te zien achter de roze muren van de voormalige fabriek van Schöne Edelmetaal, die nu is omgetoverd in a confetti-sprinkled world of color and sensation that’s unlike anywhere else? En waarom hebben ze zo hun best gedaan om zich op geen enkele manier voor te stellen aan hun buren in het Hamerkwartier en de Vogelbuurt? (Toen de jongens en meisjes van jongerencentrum de Valk, iets verderop aan de Meeuwenlaan, laatst voor de deur stonden mochten ze niet naar binnen, omdat ze de entreeprijs niet konden betalen.)

Dat het selfiemuseum zich afschermt van zijn omgeving is precies de bedoeling. In de wereld van Wondr bestaan er geen buren. Wondr wil juist een plek zijn die in niets lijkt op wat je al kent. It can playfully transform gray neighborhoods into rainbow-hued urban environments, adding a vibrant splash of color to otherwise mundane spaces. Het tovert je van een grauwe buurt naar ergens met alle kleuren van de regenboog. It can transport us to a different time or make the cares of the world melt away. In Wondr mag je ontsnappen. Weg van hier. Laat je alledaagse zorgen achter.

Het is een paradox. Ja, er zijn jungles met apen en marshmallowbaden en kamers die er uitzien als een schilderij en confettidouches. Maar ook antieke telefoons met draaischijven, ouderwetse typemachines en vooral: selfies. Alles in Wondr draait om communicatie. Jij bent hier om jezelf te laten zien. Alleen: niet aan je eigen wereld, maar aan een wereld waarin elke dagelijkse ballast is verdampt. Waarin je communiceert met alles behalve het hier en nu. Waarin het niet regent als je zometeen weer buiten staat, aan de Meeuwenlaan.

Wondr is de plek in Noord waar Noord niet bestaat. Waar studieschuld en woekerhuur en werkstress niet meer bestaan. Waar je zelf niet meer bestaat.

 

Geschreven door: Chris Keulemans

Het ligt er al honderd jaar, maar het is helemaal vernieuwd. Landschapsarchitect Adriaan Geuze ontwierp de herinrichting al in 2006. De economische crisis legde het werk lange tijd stil. De Noord/Zuidlijn liet op zich wachten. Maar nu zien we het nieuwe Noorderpark zoals het is bedoeld.

Het voelt nog steeds vertrouwd. Ook omdat alle ingangen liggen aan straten waar nog geen nieuwbouw is verrezen: Buiksloterweg, Adelaarsweg, Wingerdweg, Sneeuwbalweg. Tegelijk is het radicaal anders: er loopt een snelweg, een kanaal én een metro dwars doorheen. Welk ander park ter wereld kan dat zeggen?

Het mooie van het ontwerp is dat het die kloof in het midden gebruikt om van het voormalige Florapark en Volewijkspark een eenheid te maken. Het groen is natuurlijk de eerste verbinding. Maar dat ziet er aan de oost- en westkant heel verschillend uit. Langs de Wingerdweg is het dichtbegroeid en lommerrijk, terwijl het richting IJskoud de Beste een glooiend open veld is. De eenheid ligt’m in de vormgeving. Letterlijk: langs bijna alle ingangen ligt nu hetzelfde patroon van stenen bladeren geklonken in het wandelpad. En die bladeren vind je ook terug op de reling van de bruggen over de Nieuwe Leeuwarderweg. En op de wanden langs de afritten daarvan. Het is bijna kinderlijk zo simpel. Op het randje van kitsch. En toch werkt het.

De bruggen zijn ingenieus. Opeens weet ik niet meer hoe we vroeger van de Buiksloterdijk bij de Texelweg kwamen, of van de ene benzinepomp naar de andere. (Ook dat is trouwens knap aan het ontwerp: in 2006 heetten ze nog niet de Gele Pomp en de Roze Tanker. Nu lijkt het park er wel speciaal omheen gebouwd, met een nieuwe waaier aan toegangspaden.) Het doet iets met je hoofd, dat je nu zoveel verschillende routes kan kiezen van de ene kant naar de andere. Spannend, in alle rust. Het bergwoudlandschap in de rug van de Roze Tanker. Het voetbalveld onder de nieuwe brug over het Noordhollandsch Kanaal. Het rozenprieel dat een speeltuin is geworden. Het pierebadje met de lollykleuren. Allemaal binnen handbereik. Vanuit de metrohalte, tussen de bussen en auto’s door, rij je binnen twee minuten over zoevende fietspaden naar de stilte.

Die stilte is het geheim. Aan de oostkant is het op mooie dagen levendig: de natuurspeeltuin, de barbecues op het open veld. Aan de andere kant heb je nog een driehoek van drukte: het Noorderparkbad, Speeltuinvereniging Bloemenkwartier, Pompet. Verder kan je daar op alle dagen behalve het Noorderparkfestival een kanon afschieten. Dat is het mooie van het nieuwe Noorderpark: er gebeurt van alles, de fietspaden zwieren er doorheen, maar tegelijk is het een diepgroene stilte, middenin Oud-Noord, die alles dempt waar je het zo druk mee dacht te hebben.

Nieuwsbrief